Een comparitie van partijen is de naam van een zitting in een dagvaardingsprocedure bij de rechtbank of kantonrechter. De comparitie vindt meestal plaats na de conclusie van antwoord en wordt daarom ook wel comparitie na antwoord genoemd.

Typering

Een dagvaardingsprocedure bij de burgerlijke of handelsrechter kent meestal een schriftelijke fase gevolgd door een zitting. De schriftelijke fase bestaat uit een eis in de vorm van een dagvaarding, gevolgd door een schriftelijke reactie, ook wel “conclusie van antwoord” genoemd. Na deze schriftelijke ronde beslist de rechter (meestal) in een kort, gestandaardiseerd vonnis dat een zitting plaats moet vinden. Deze zitting heet (bij een dagvaardingsprocedure) comparitie van partijen. De verschillende stappen in het proces worden geregeld via rolzittingen. Sommige zittingen in een dagvaardingsprocedure zijn een schriftelijke ronde, waarbij een advocaat stukken indient of de rechter een beslissing bekend maakt. Bij dat soort zittingen hoeven de procespartijen niet te verschijnen. Een comparitie vindt in bepaalde gevallen niet plaats om formele redenen, bijvoorbeeld als de opgeroepen gedaagde niet reageert. Dan volgt een verstekvonnis.

Planning

Via het vonnis geeft de rechter gelegenheid “verhinderdata” in te dienen waarmee bij de planning rekening wordt gehouden. Daarna maakt de rechtbank de datum van de zitting bekend. Bij sommige rechtbanken of bij bepaalde types zaken zijn in het tussenvonnissen vragen of opmerkingen opgenomen of geeft de rechter een opsomming van gegevens of stukken die hij nog wil ontvangen.

Comparitie is geen pleidooi

Een pleidooi is een type rechtszitting dat bij de rechtbank bijna niet meer voorkomt maar bij het gerechtshof nog wel. Een pleidooi is formeler van aard dan een comparitie. Bij een pleidooi dragen advocaten een pleitnota voor. Bij een comparitie willen de meeste rechters geen formeel pleidooi, en soms staat in het tussenvonnis dat geen pleitaantekeningen mogen worden ingediend. Rechters kunnen op die manier de gang van zaken tijdens een comparitie beter regisseren, hebben ruimte voor het stellen van vragen aan de procespartijen, en kunnen bovenal een schikking beproeven.

Doel van de comparitie

Het belangrijkste doel van een comparitie is het gereed maken van de rechtszaak  voor een beslissing. De rechter kan dan ook vragen stellen aan de partijen over de feiten of over de juridische stellingen. Verder is een zitting waarbij de partijen de rechter zien die zal oordelen onderdeel van een volledig en eerlijk proces (art. 6 EVRM). Tenslotte wordt bij een comparitie door de rechter regelmatig onderzocht of een schikking tot de mogelijkheden behoort.

Wettelijke regeling

Art. 131 Rv. geeft als hoofdregel dat de rechter een “verschijning van partijen beveelt” tenzij de rechter de zaak daarvoor niet geschikt acht. Dit type zitting wordt ook wel aangeduid met de term “comparitie na antwoord” (in een andere fase van een dagvaardingsprocedure kan eveneens een comparitie plaatsvinden; partijen kunnen daarom ook verzoeken). Hoger beroep tegen de beslissing, die binnen 2 weken na de indiening van de conclusie van antwoord volgt, is niet mogelijk. Bij rechtbankzaken volgt bijna altijd een comparitie. Bij de kantonrechter ligt dat anders. In kantonzaken wordt regelmatig geen comparitie gehouden. In dat geval volgt nog een afsluitende schriftelijke ronde (repliek en dupliek) en daarna vonnis. Procespartijen mogen overigens een voorkeur voor het wel of niet houden van een comparitie kenbaar maken. Het is dus mogelijk dat een rechtszaak geheel schriftelijk worden afgedaan, hoewel dit bij de rechtbank hoge uitzondering is. Er bestaat recht op een zitting, als een partij dat persé wil. Na re- en dupliek kan dat alleen nog een pleidooi zijn (art. 134 Rv.)

Comparitie is geen getuigenverhoor

Een comparitie na antwoord is geen getuigenverhoor (enquete) waar getuigen onder ede door de rechter worden ondervraagd in verband met een bewijsopdracht. Een getuigenverhoor komt alleen aan de orde als de rechter na de comparitie in een tussenvonnis een bewijsopdracht geeft. Het komt vaker voor dat de rechter na de comparitie voldoende is geïnformeerd om een eindvonnis te wijzen waarbij de eis wordt toe- of afgewezen, dus zonder bewijsopdracht of getuigenverhoor. Dat neemt niet weg dat de partijen die op de comparitie aanwezig zijn mededelingen kunnen doen en vragen van de rechter kunnen beantwoorden die in het proces-verbaal van de zitting worden genoteerd. Ook derden die op de zitting aanwezig zijn kunnen als informant een verklaring afleggen. Deze verklaringen kunnen wel degelijk bijdragen aan de afloop van de procedure.

Na de comparitie

In de meeste gevallen leidt de comparitie tot voldoende duidelijkheid over de zaak. De rechter zal dan later schriftelijk een vonnis wijzen waarmee de zaak eindigt. Dat wordt een eindvonnis genoemd. Een tussenvonnis met een bewijsopdracht is ook mogelijk. De procedure kan dan op verschillende manieren verder lopen. Bewijs kan worden geleverd door getuigen, maar soms ook anderszins.