Soms komt u er pas als erfgenaam achter dat er forse sommen geld van de bankrekening van uw ouders zijn verdwenen. In dit blog bespreek ik de mogelijkheid van de erfgenamen om dat geld terug te vorderen met de onrechtmatige daad als juridische grondslag.
In beginsel geen rekening en verantwoording
Nu ouderen steeds langer en op hogere leeftijd op zichzelf blijven wonen zien we een toename van het beroep op mantelzorg in familiekring. Dat heeft zijn goede kanten. Het risico bestaat ook dat een mantelzorger gedurende de periode dat hij of zij de zorg over de oudere heeft forse geldbedragen naar zichzelf overgemaakt.
We zien in de rechtspraktijk dan ook regelmatig dat de mantelzorger de beschikking krijgt over de bankpas met de bijbehorende pincode van één van de ouders en dat deze ouders allerlei uitgaven gaan doen die niet passen in hun bestedingspatroon. Iemand eind negentig zal niet snel een dj-set en een drumstel aanschaffen.
Als zo’n zaak dan voor de rechter komt, wordt doorgaans het verweer gevoerd dat deze uitgaven met toestemming van de bewuste ouder hebben plaatsgevonden. Veelal komt de mantelzorger daar mee weg. Deze hoeft in beginsel geen rekening en verantwoording af te leggen over de uitgaven die vader of moeder bij leven heeft gedaan, zeker niet als het gaat om cash opgenomen bedragen.
Als er bijvoorbeeld maandelijks een bedragje wordt overgemaakt met als omschrijving ‘zorgcompliment’, dan wijst de jurisprudentie uit dat ongeveer € 100 per maand in dat kader normaal is. Als het om structureel veel meer geld gaat en een andere erfgenaam doet een beroep op zijn legitieme portie, dan zal de begunstigde deze schenkingen op dienen te geven.
Terugvorderen met onrechtmatige daad als grondslag
Het Gerechtshof Den Haag heeft zich onlangs over een zaak gebogen waarin erfgenamen het zo bont hadden gemaakt dat er volgens de rechtbank sprake was van een onrechtmatige daad. Er waren in deze zaak tonnen van de rekening van moeder opgenomen.
In deze zaak had een onterfd kind een gerechtelijke procedure gestart tegen zijn twee broers. De moeder had aan deze twee broers een algehele volmacht versterkt om haar vermogen te beheren. Het onterfde kind stelde echter dat die volmacht door zijn broers was misbruikt en dat hij was benadeeld door onttrekkingen aan het vermogen van moeder.
De Rechtbank benoemde een kandidaat-notaris als deskundige. Deze kandidaat-notaris heeft onderzoek gedaan naar het verloop van het vermogen van moeder. In het rapport maakte de kandidaat-notaris melding van € 400.000 aan onverklaarbare onttrekkingen.
Moeder leefde echter zuinig. Verder stelde de rechtbank vast dat moeder niet meer zelfstandig haar rekeningen en haar vermogen kon beheren en dat zij niet zelf pinnen en/of internetbankieren.
Volgens de Rechtbank rechtvaardigden de bevindingen van de deskundige dat de twee broers toch rekening en verantwoording af moeten leggen over de periode dat zij de volmacht hadden gehad. De Rechtbank oordeelde vervolgens dat de twee broers geen deugdelijke rekening en verantwoording hadden afgelegd en dat zij de schade, die het onterfde kind had geleden, moesten vergoeden.
In hoger beroep oordeelde het Gerechtshof hetzelfde: de twee broers worden veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding. Deze schadevergoeding bestond uit de vordering uit vaders nalatenschap en de vordering van de legitieme portie als de nalatenschap werd verhoogd met de onverklaarbare onttrekkingen. Het Hof gaf hierbij als extra argument: “dat het zeer onwaarschijnlijk is geweest dat moeder, gelet op haar leeftijd, gesteldheid en onervarenheid op financieel gebied, betrokken is geweest bij het zeer actieve beheer van haar vermogen.” Ook achtte het Hof het onwaarschijnlijk dat de grote sommen geld die waren onttrokken door moeder zelf waren besteed. De twee gevolmachtigde broers hadden zich gedragen in strijd met hetgeen maatschappelijk geaccepteerd is nu er vele onverklaarbare onttrekkingen waren die niet aan moeder ten goede waren gekomen. Deze onrechtmatige daad kon hen worden toegerekend, omdat het onterfde kind schade heeft geleden: zijn legitieme portie was geschonden.
Waarom is bovenstaande uitspraak van belang?
Deze uitspraak laat zien dat het inschakelen van een deskundige doorslaggevend kan zijn bij het bewijs dat er sprake is van onrechtmatige onttrekkingen en de omvang daarvan. Ook blijkt uit deze jurisprudentie dat er in bijzondere gevallen wel rekening en verantwoording afgelegd dient te worden door een gevolmachtigde aan een broer of zuster die is onterfd. Op grond van een onrechtmatige daad kan er doorgaans een schadevergoeding worden geëist.
Meer weten over onverklaarbare onttrekkingen, rekening en verantwoording of het inzetten van een vordering uit onrechtmatige daad binnen het erfrecht?
Neem dan contact op met 020 – 696 3000 en vraag naar Diederik Ruys.