In specifieke gevallen voegt een looptijd van 3 jaar niet zoveel toe en zijn er goede redenen om de looptijd van de WSNP korter te maken dan de standaard 3 jaar. Rechtbanken gaan hier verschillend mee om. Een nieuwe richtlijn geeft duidelijkheid.
Hoe gaat het tot nu toe
Er zijn landelijke verschillen tussen de rechtbanken. Sommige rechtbanken gaan ruimhartig om met kortere looptijden in gevallen die zich daarvoor lenen. Andere rechtbanken zijn strenger. Ook is de vraag of wel wordt opgemerkt dat sprake is van redenen om de looptijd te verkorten. Omdat dit verschil in toepassing van de wet ongewenst is, hebben de rechters een richtlijn opgesteld. Op die manier kan landelijk hetzelfde beleid worden gevoerd.
Bijzonder geval: eerst faillissement, daarna schuldsanering
De bewindvoerder kan het initiatief nemen om een kortere looptijd van de schuldsanering aan te vragen. Dit wordt in de praktijk soms toegepast als de saniet eerst failliet is geweest en daarna in de schuldsanering is gegaan (omzetting op grond van art. 15b Fw). Rechters zijn wel terughoudend. Er is nu ook een nieuwe richtlijn. Deze gaat over de situatie waarin de rechtbank zelf (in plaats van de bewindvoerder, of de saniet zelf) aan kan sturen op een kortere looptijd.
De nieuwe richtlijn
De Recofa (het overlegorgaan van rechters die faillissementen en schuldsaneringen behandelen) heeft op 2 maart 2015 een “notitie” aangenomen. In deze notitie staan uitgangspunten die de rechters in het hele land kunnen toepassen om te beoordelen of de looptijd van de schuldsanering kan worden verkort.
De voorwaarden
Wanneer kan de looptijd worden verkort? In elk geval gelden de volgende eisen:
- de saniet moet al zijn verplichtingen nakomen, bijvoorbeeld de inlichtingenplicht
- de eerste 15 maanden kan nog geen verkort traject worden vastgesteld, de rechter gaat na 15 maanden looptijd beoordelen of er reden is voor verkorting
- er mogen geen extra baten meer worden verwacht (bijvoorbeeld de opbrengst van een lopende rechtszaak die extra geld voor de schuldeisers leidt)
- er mag geen sollicitatieplicht gelden (hiervoor moet dus een vrijstelling zijn afgegeven; dat gebeurt meestal via een keuring aan het begin van het traject)
- er is geen spaarcapaciteit (als dat wel zo zou zijn, dan zou het voor schuldeisers meer opleveren om de looptijdvan 3 jaar af te maken)
De rol van de civiele (beschermings)bewindvoerder
Steeds vaker hebben mensen die in de schuldsanering zitten niet alleen een WSNP-bewindvoerder (die verantwoording aflegt aan de schuldeisers), maar ook een beschermingsbewindvoerder (schuldenbewind). De nieuwe notitie gaat uit van goede bedoelingen maar geeft nog geen garantie dat de rechtbank tijdig beoordeelt of de looptijd korter kan. Beschermingsbewindvoerders kunnen hierin een belangrijke rol spelen en aan de bel trekken bij de rechtbank en de WSNP-bewindvoerder.