Wat betekent het?
Terminologie
Bij het gerechtshof wordt andere terminologie gebruikt dan bij de rechtbank. Op deze pagina vindt u een overzicht van juridische termen en begrippen. Bekijk ook de checklist hoger beroep.
Project KEI
Een automatiseringsproject van de rechtbanken. Vanaf 2018 zou in alle zaken digitaal geprocedeerd worden. Het verschil tussen dagvaardingszaken en verzoekschriftprocedures zou kleiner worden en de terminologie zou gaan veranderen. Het project is inmiddels stopgezet zodat de terminologie in hogerberoepszaken niet verandert.
Dagvaarding
Een processtuk dat door een deurwaarder wordt uitgereikt om een rechtszaak aan te spannen of om hoger beroep in te stellen. Andere documenten die door de deurwaarder worden bezorgd worden exploit genoemd. Dat kan bijvoorbeeld een oproeping zijn om te komen getuigen, of een bekendmaking van een vonnis van de rechtbank.
Verzoekschrift
Bepaalde zaken beginnen niet met een dagvaarding, maar met een verzoekschrift. Dat processtuk wordt niet uitgereikt door de deurwaarder, maar door een advocaat ingediend bij de rechtbank. Een voorbeeld is een echtscheidingsverzoek of een ontslagverzoek bij de kantonrechter.
Vonnis
De naam van de uitspraak van de rechtbank, waartegen u in hoger beroep kunt gaan. De partij die in hoger beroep komt zal vernietiging van dit vonnis eisen. Het woord vonnis wordt alleen gebruikt voor rechtbankprocedures die met een dagvaarding zijn begonnen.
Beschikking
De naam van de uitspraak van de rechtbank, als de procedure bij de rechtbank is begonnen met een verzoekschrift. Bijvoorbeeld familierechtzaken en ontslagbeslissingen van de kantonrechter. Er is een uitzondering: procedures in het faillissementsrecht beginnen met een verzoekschrift en eindigen met een vonnis.
Uitvoerbaar bij voorraad
De rechtbank kan een vonnis of een beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaren. Dan moet de uitspraak worden nageleefd als de verliezer in hoger beroep gaat. Het hoger beroep heeft dan geen schorsende werking, maar het vonnis kan uiteraard wel achteraf ongeldig worden verklaard; dan moeten de gevolgen alsnog ongedaan worden gemaakt.
Appèl
Dit woord betekent hetzelfde als hoger beroep.
Appèltermijn of hoger beroepstermijn
De tijd die u heeft om in hoger beroep te gaan. Dat kan nogal verschillen per type zaak. Voor sommige zaken is de termijn heel kort: 8 dagen. In andere gevallen heeft u 2, 4 of 6 weken de tijd. In weer andere gevallen heeft u ruim de tijd: drie maanden. Het controleren van de termijn is meestal het eerste wat een advocaat doet als u een advocaat vraagt om hoger beroep in te stellen.
Appèlverbod
Hiermee wordt bedoeld dat tegen sommige uitspraken van de rechtbank geen hoger beroep mogelijk is. Dat staat dan zo in de wet.
Appellant
De aanduiding van de partij die hoger beroep instelt. De partij die de zaak bij de rechtbank begon, wordt eiser in eerste aanleg genoemd. De verwerende partij bij de rechtbank wordt gedaagde in eerste aanleg genoemd. De partij die verliest bij de rechtbank en hoger beroep instelt is de appellant. Dat kan dus zowel de eiser als de gedaagde van de rechtbankzaak zijn, afhankelijk van de uitslag van de zaak bij de rechtbank.
Geïntimeerde
De naam van de partij die zich verweert tegen het ingestelde hoger beroep. De geïntimeerde heeft dus gelijk gekregen bij de rechtbank en hij zal bij zijn verdediging steunen op het vonnis of de beschikking van de rechtbank. Dat geeft een voordeel.
Incidenteel appellant
Een geïntimeerde heeft bijna altijd voor een groot deel of helemaal gelijk gekregen bij de rechtbank. Hij heeft zelf immers geen hoger beroep ingesteld. Maar het kan zijn dat hij toch een deel van de beslissing van de rechtbank wil aanvechten omdat hij niet helemaal gelijk heeft gekregen. Dan is hij naast geïntimeerde ook incidenteel appellant. Bij een incidenteel appèl mag de andere partij (de incidenteel geïntimeerde) nog een keer schriftelijk reageren op de bezwaren die de incidenteel appellant heeft. Er mag dus nogmaals een processtuk worden ingediend door de appellant: die heeft zich nog niet kunnen verweren in het incidentele appèl.
Griffierecht
Het bedrag dat aan het gerechtshof moet worden betaald om de zaak in behandeling te nemen. De partij die ongelijk krijgt moet dit bedrag vergoeden aan de andere partij.
Grief
Een bezwaar tegen een overweging in de uitspraak van de rechtbank. Er worden vaak meerdere grieven aangevoerd. Het gerechtshof zal de grieven meestal één voor één beoordelen. Soms valt een grief op zodat het gerechtshof eerst met die grief begint. Soms worden alle grieven gezamenlijk besproken door het gerechtshof. Als een grief “slaagt” of “doel treft” dan komt het gerechtshof tot een andere uitspraak dan de rechtbank, dat is dus goed nieuws voor de appellant.
Grond
Een ander woord voor grief bij een hoger beroep van een verzoekschriftprocedure.
Incidentele grief
Een bezwaar tegen een overweging in de uitspraak van de rechtbank aangevoerd door de verwerende partij in het hoger beroep. Ook deze grief moet door het gerechtshof worden onderzocht.
Memorie van grieven
Het processtuk van de appellant, waarin zijn bezwaren tegen het vonnis staan. Bij een dagvaardingsprocedure is de memorie van grieven een apart processtuk dat losstaat van de dagvaarding waarmee het hoger beroep is ingesteld. Bij een hoger beroep in een verzoekschriftprocedure staan de grieven of gronden in het hoger beroepschrift.
Memorie van antwoord
Het processtuk van de geïntimeerde, waarmee hij zich verweert tegen de grieven en waarin hij beargumenteert dat het vonnis van de rechtbank geldig moet blijven. Als de geïntimeerde zelf een hoger beroep instelt, wordt gesproken van een memorie van antwoord tevens houdende incidenteel appèl of van een memorie van antwoord tevens memorie van grieven in incidenteel appèl.
Hoger beroepschrift, verzoekschrift in hoger beroep of appèlrekest
De naam van het processtuk waarmee de appellant hoger beroep instelt van een beschikking van de rechtbank. Als de rechtbank geen beschikking maar een vonnis heeft gewezen dan moet hoger beroep worden ingesteld met een dagvaarding. Dan worden de bezwaren later aangevoerd in de memorie van grieven. Maar bij een hoger beroep van een beschikking gebeurt alles in één keer.
Appèlschriftuur is de naam van een processtuk in het hoger beroep van een strafzaak, waarin de bezwaren tegen het vonnis van de rechtbank staan.
Spoedappèl of Turbo-appèl
Bij een hoger beroep van een kort geding kan de appellant de memorie van grieven combineren met de dagvaarding in hoger beroep. Bovendien kan hij het gerechtshof vragen om spoedbehandeling. De geïntimeerde krijgt dan minder tijd om te reageren en er wordt sneller uitspraak gedaan. Niet elk hoger beroep van een kort geding gaat verder als spoedappèl.
Akte
Na de memories kunnen partijen een akte nemen. Dat is een processtuk met een korte reactie, een stelling, een bewijsaanbod, of er wordt nog een bewijsstuk mee ingediend. Er wordt niet altijd een akte genomen, dan wordt meteen om een uitspraak of om pleidooi gevraagd. In een verzoekschriftprocedure worden meestal geen aktes genomen. Er mogen wel producties (bijlages) worden ingediend.
Pleidooi
Als alle memories zijn ingediend kunnen de procespartijen het gerechtshof vragen om een beslissing te nemen, maar zij kunnen ook om pleidooi vragen. Het pleidooi is een zitting in het gebouw van het gerechtshof waarbij de advocaten het woord voeren en de rechters vragen kunnen stellen. Bij ingewikkelde zaken wordt ook wel eens een schriftelijk pleidooi gehouden. Bij hoger beroep in een verzoekschriftprocedures wordt altijd een zitting gehouden. Bij hoger beroep in een dagvaardingsprocedure moet pleidooi worden aangevraagd. Het kan dus zijn dat een rechtszaak in hoger beroep in een dagvaardingsprocedure geheel schriftelijk verloopt.
Rol(zitting)
De rol is de naam van het administratieve systeem van de rechtbanken en gerechtshoven. Een rolzitting is een schriftelijke zitting, je hoeft hiervoor dus niet naar het gerechtshof. Het indienen van stukken wordt door de advocaat verzorgd. Een partij kan op een rolzitting een proceshandeling verrichten, zoals het indienen van een memorie, of om een uitstel vragen. Na elke rolzitting bepaalt de rechter wat volgens het procesreglement de volgende stap in het proces is. Als alle proceshandelingen zijn verricht dan bepaalt het gerechtshof de datum van de uitspraak. Dat kan nog een paar keer worden uitgesteld, als de uitspraak nog niet klaar is.
Arrest
De naam van de uitspraak van het gerechtshof. Bij de rechtbank heet dit vonnis. Een uitspraak van het gerechtshof in een verzoekschriftprocedure wordt een beschikking genoemd.
Tussenarrest
Uitspraak van gerechtshof, die nog een einde maakt aan het geschil. Bijvoorbeeld omdat een bewijsopdracht wordt gegeven.
Raadsheer
De naam van een rechter van het gerechtshof.
Proceskosten
In het algemeen geldt de regel dat de verliezer de proceskosten van de tegenpartij moet vergoeden. Dat is meestal een tegemoetkoming die niet alle kosten dekt. Bij bepaalde zaken vindt de rechter vaak dat de proceskosten door de partijen zelf moeten worden gedragen, bijvoorbeeld bij familiezaken. Het is ook mogelijk dat geen van beide partijen echt gelijk krijgt. Ook dan moeten de partijen hun eigen proceskosten betalen.