Instantie; Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak: 22-08-2013
Datum publicatie: 29-08-2013
Zaaknummer: CR 200.128.292-01
Rechtsgebieden: Personen- en familierecht
Bijzondere kenmerken: Hoger beroep
Inhoudsindicatie:
Wsnp – Goede trouw onvoldoende aannemelijk, ook in hoger beroep. Verzoekers doen – met succes – een beroep op de hardheidsclausule.
Vindplaats: Rechtspraak.nl
Commentaar op de uitspraak
Een man en een vrouw hebben schulden die zo hoog zijn dat ze er niet meer vanaf komen. Daarom willen ze in de WSNP (wet schuldsanering) komen. Maar de gemeente waar zij wonen is het daar niet mee eens. Het echtpaar heeft ooit leenbijstand gehad, om te kijken of zij een zaak konden starten. Dat lukte niet, en zij hadden ook geen geld meer om de boekhouder te betalen. Daarom ontstond een fraudeschuld: de gemeente vorderde de uitkering terug. De rechter moet dan de wet toepassen en de wet gaat er van uit dat je bij een fraudeschuld “niet te goeder trouw” bent. Dan mag je niet in de schuldsanering.
Het echtpaar gaf ons kantoor opdracht om hoger beroep in te stellen tegen deze uitspraak bij het gerechtshof.
Het hoger beroep slaagt. We hebben ingezet op de “hardheidsclausule” (art. 288 lid 3 van de faillissementswet). Dat artikel geeft een oplossing als je niet in de schuldsanering kunt vanwege fraudeschulden. Het gerechtshof legt in de uitspraak uit waarom het echtpaar toch de kans moet krijgen van de schulden af te komen. Het gaat om “een keer ten goede”: je moet je zaken op orde hebben gekregen. Dat kan op meerdere manier blijken. De “hardheidsclausule” komt vaak pas aan de orde bij hoger beroep. De reden is dat mensen die in de schuldsanering willen vaak geen advocaat inschakelen bij de rechtbank. De rechtbank zegt dan dat geen beroep op de hardheidsclausule is gedaan. Het hoger beroep biedt een kans om dat alsnog te doen.