Als gespecialiseerd kantoor in cryptofraude zaken zien we regelmatig hoe slachtoffers worstelen om hun gestolen digitale activa terug te krijgen. Hoewel we in eerdere blogs hebben uitgelegd hoe accounts bij cryptoexchanges kunnen worden bevroren via een Nederlands rechterlijk bevel, zelfs bij buitenlandse exchanges, komt deze maatregel soms te laat. Fraudeurs zijn soms al in staat geweest om de accounts leeg te halen voordat er actie kan worden ondernomen. Elke zaak is een race tegen de klok.
Een bijkomend probleem is de terughoudendheid van exchanges om informatie te verstrekken over hun klanten, zelfs als er een vermoeden van fraude bestaat. Deze situatie heeft echter een belangrijke wending genomen dankzij een recente uitspraak van de Amsterdamse rechtbank.
De zaak
In een zaak tegen Kraken, een bekende en grote cryptoexchange, heeft de Rechtbank Amsterdam op 24 december 2024 een belangrijke beslissing genomen. Het ging om een beleggingsfraude waarbij de inleg per bank was gestort naar een tussenpersoon, een zogenaamde “geldezel”. Deze had met het gestolen geld cryptovaluta gekocht bij het platform van Kraken. De rechter had eerder een bevel tot bevriezing van het account gegeven om de crypto veilig te stellen voor de slachtoffers, maar de crypto was via Kraken doorgezonden naar de vermoedelijke fraudeur die zo anoniem en verborgen bleef. De rechter gaf Kraken het bevel om volledige openheid van zaken te geven over alle transacties binnen het betreffende account, inclusief transacties die plaatsvonden na het punt waar blockchaintracing eindigt. Blockchaintracing is de onderzoeksmethode die wij inzetten om het verzenden van cryptovaluta te volgen.
Het verweer van Kraken
Kraken voerde aan dat zij niet verplicht kon worden om informatie te verstrekken over transacties die plaatsvonden na het ontvangen van de cryptovaluta op het depositadres. Hun argument was dat dit informatieverzoek te ver ging en de privacy van hun klanten zou schenden, ook als sprake is van fraude.
De rechter wees dit verweer af. Hij oordeelde dat het belang van fraudebestrijding en het recht van slachtoffers om hun schade vergoed te krijgen zwaarder wogen dan de privacy-overwegingen van de exchange. Bovendien stelde de rechter dat de exchange, door het faciliteren van transacties, een zekere verantwoordelijkheid draagt in het voorkomen en bestrijden van fraude.
De mogelijkheden en beperkingen van blockchaintracing
Blockchaintracing is een onderzoeksmethode om gestolen of uit fraude verkregen cryptovaluta te volgen vanaf het adres op de blockchain van het slachtoffer tot aan het blockchainadres dat door de fraudeur wordt gebruikt om uit te cashen. Dat laatste kan bij een cryptoexchange, zoals Kraken. De fraudeur kan het platform op verschillende manieren gebruiken om de buit wit te wassen en sporen te wissen. Hij kan bijvoorbeeld gestolen digitale activa via het platform verkopen aan een andere klant van het platform die niet weet dat de crypto gestolen is (een zogenaamde “derde te goeder trouw”). Om de betekenis van deze uitspraak te begrijpen, is het belangrijk de beperkingen van blockchaintracing te kennen:
-
Blockchaintracing eindigt bij het receiving- of depositadres van een exchange, en geeft dus niet altijd een volledig voltooid wegsluistraject weer.
-
Verdere bewegingen binnen de exchange worden niet op de openbare blockchain geregistreerd, maar in de interne administratie van het platform.
-
Fraudeurs kunnen een exchange als tussenstation gebruiken om crypto door te sturen naar andere platforms, wat extra verhullend werkt. Het is alsof je op een weg loopt die eindigt bij een brug die is opgehaald, zodat je niet verder kunt, terwijl je weet dat de gestolen cryptovaluta de brug over is gestoken en over de weg verder is verplaatst.
Deze beperkingen zetten slachtoffers van fraude op achterstand, omdat ze het gevolgde spoor van hun gestolen activa kunnen verliezen zodra deze bij een exchange binnenkomen.
De impact van de uitspraak
De beslissing van de Amsterdamse rechtbank heeft in potentie verstrekkende gevolgen:
-
De tactiek om exchanges niet als eindstation maar als tussenstation te gebruiken om sporen te verhullen en buiten beeld te blijven wordt minder effectief.
-
Slachtoffers en hun advocaten krijgen toegang tot cruciale informatie over de bewegingen van gestolen cryptovaluta binnen exchanges.
-
Deze uitspraak kan als voorbeeld dienen voor vergelijkbare zaken, niet alleen in Nederland maar mogelijk ook internationaal.
-
Platforms worden gedwongen actiever mee te werken aan fraudeonderzoeken en kunnen zich minder gemakkelijk verschuilen achter privacyargumenten.
Deze uitspraak markeert een stap voorwaarts in de strijd tegen cryptofraude. Door exchanges te verplichten volledige openheid te geven over transacties binnen hun platform, worden de mogelijkheden voor slachtoffers om hun gestolen cryptovaluta te traceren, te bevriezen en terug te vorderen versterkt. Zij kunnen nu met hulp van rechter als het ware “door de exchange heen rechercheren”. De zaak toont aan dat het rechtssysteem zich aanpast aan de uitdagingen van de digitale financiële economie en bereid is innovatieve oplossingen te formuleren om de rechten van slachtoffers te beschermen.
Voor slachtoffers van cryptofraude betekent dit een grotere kans op succes bij het terugvinden en terugvorderen van hun gestolen activa. Het onderstreept ook het belang van snel handelen en het inschakelen van gespecialiseerde juridische hulp bij het aanpakken van cryptofraude.
Lees hier de uitspraak van 24 december 2024