Voor het eerst heeft een Nederlandse rechter een bevel gegeven aan een cryptoexchange om een zogenaamde “wallet” te bevriezen om te voorkomen dat fraudeurs gestolen crypto verkopen. Deze maatregel is een belangrijke stap voor slachtoffers van fraude waarbij cryptovaluta wordt gebruikt.
Werkwijze fraudeurs
Er zijn veel verschillende soorten van fraude waarbij cryptovaluta de rol van betaalmiddel vervullen. Er bestaan bijvoorbeeld zogenaamde “boilerrooms” die betaling vragen in cryptovaluta. Boilerrooms zijn websites die nepbeleggingen verkopen en die hun slachtoffers onder druk zetten om zoveel mogelijk te storten, zonder dat saldo opgenomen kan worden. De in het account getoonde beleggingen zijn nep. Slachtoffers kunnen vele honderdduizenden euro’s kwijt zijn voor ze zich realiseren dat sprake is van oplichting. De schade in Nederland komt op vele tientallen miljoenen euro’s per jaar. Deze boilerrooms zijn criminele organisaties die geen bankrekening kunnen openen, omdat het juridisch gezien gaat om spookbedrijven. Daarom vragen zij hun slachtoffers klant te worden bij een cryptoexchange. Het slachtoffer koopt daar cryptovaluta die als betaalmiddel voor de nepbeleggingen wordt gebruikt. Het slachtoffer ziet de storting wel verschijnen in het nepaccount van de boilerroom, maar deze website is onderdeel van de oplichting en het saldo in het account is nep, net als de beleggingen. In werkelijkheid zijn de cryptovaluta weggeboekt naar de fraudeurs. Boilerrooms kunnen meerdere websites gebruiken en veranderen vaak van naam.
Wegsluizen en uitcashen via de exchange
Boilerroom-criminelen boeken de cryptovaluta vaak in meerdere stappen door naar een buitenlandse cryptoexchange. Bij in Nederland geregistreerde exchanges komen we nauwelijks wallets van fraudeurs tegen. Veel van deze buitenlandse cryptoexchanges zijn gevestigd in belastingparadijzen, zoals de Seychellen, en zijn in wezen een postbusbedrijf – de kantoren zitten feitelijk op een andere plek. Deze soms malafide exchanges doen niet serieus aan fraudebestrijding, maar dankzij de eerste Nederlandse uitspraak over de verplichtingen van een exchange die een fraudeur als klant heeft zijn er nu toch mogelijkheden om de schade te verhalen. De fraudeur gebruikt de exchange om de buit te bewaren en om uit te cashen. Via de exchange kan de boilerroom (en de fraudeur als het gaat om een ander soort fraude, zoals diefstal van cryptovaluta via een hack) uitcashen door de gestolen crypto via de exchange te verkopen. Daarna wordt de opbrengst overgeboekt naar de gekoppelde bankrekening van de criminele organisatie. Via de rekening kan de criminele winst worden omgezet in contant geld via de geldautomaat of worden geïnvesteerd. Ondanks alle mooie verhalen over cryptovaluta is het niet zo dat fraudeurs heel lang gestolen crypto blijven vasthouden, uiteindelijk stappen ze over op gewoon geld.
Tracing via de blockchain
Het goede nieuws voor slachtoffers is dat de gestolen cryptovaluta via de blockchain kan worden gevolgd. Er kan onderzoek worden gedaan naar deze verplaatsingen, waarmee het walletadres van de daders van de fraude kan worden gevonden. Deze wallet is meestal ondergebracht bij een exchange, die de naam en het adres van de eigenaar van de wallet kent. Deze persoon werkt blijkbaar samen met de criminele organisatie die actief is via boilerroomfraude. Tot nu toe is nog niet geprobeerd om via een Nederlandse rechter een buitenlandse cryptoexchange te dwingen de gestolen cryptovaluta vast te houden om te voorkomen dat de fraudeur uitcasht via de exchange. Dit is nu anders door het eerste Nederlandse bevriezingsbevel, dat we voor een cliënt van ons kantoor hebben aangevraagd.
Bevriezingsbevel lijkt op conservatoir beslag
We hebben voor onze cliënt, die slachtoffer is van boilerroomfraude, een voorlopige maatregel aangevraagd die er op neer komt dat cryptoexchange HTX (voorheen Huobi) de criminele wallet per direct moet bevriezen. Essentieel is dat de cryptoexchange niet vooraf is opgeroepen, terwijl de wederpartij bij een normale rechtszaak niet met een verrassingsbeslissing mag worden geconfronteerd en moet worden opgeroepen via een deurwaarder. De rechter was hiermee akkoord, zodat het bevel per verrassing bekend is gemaakt. Op die manier kan de cryptoexchange de criminele klant niet vantevoren waarschuwen; het is belangrijk om het bevriezingsbevel onverwacht te leggen. Hiermee lijkt de procedure op conservatoir beslag op een bankrekening van een fraudeur. Dat wordt ook onverwacht gelegd en dwingt de bank de rekening meteen te bevriezen om het aanwezige geld vast te houden voor het slachtoffer. Het bijzondere van het bevriezingsbevel is dat het grensoverschrijdend is. Een gewoon conservatoir beslag kan alleen in Nederland worden gelegd, maar deze maatregel treft een cryptoexchange op de Seychellen (Huobi / HTX). Overigens is deze exchange ook actief in Nederland; je kunt de HTX-app downloaden via de appstore. Op die manier kan ook een Nederlandse fraudeur dus heel eenvoudig een witwastraject klaarzetten voor hij zijn slag slaat: gewoon door een simpele app te downloaden, en door er voor te zorgen dat de crypto daar terecht komt, terwijl hij het slachtoffer intussen iets anders wijs maakt. Het lukt de toezichthouders nog niet echt deze illegale bedrijven van de markt te weren.
Boete van € 2.000.000
Op het negeren van een conservatoir bankbeslag staat geen boete, omdat banken uitspraken van een Nederlandse rechter respecteren. Advocaten van slachtoffers hoeven dus in die situatie niet vooraf een boete vragen voor het geval de bank het bevel naast zich neerlegt. Bij cryptoexchanges die in tropische eilandjes zijn gevestigd is dat wel anders. Zij verdienen nu eenmaal geld met wegsluistrajecten en witwassen en hebben kennelijk criminele klanten waar zij niet echt tegen optreden. Daarom heeft de Nederlandse rechter een boete van € 2.000.000 geplaatst op het bevriezingsbevel. Dat betekent dat als de cryptoexchange het bevel van de Nederlandse rechter niet respecteert, de exchange zelf – in plaats van de fraudeur – de schade moet vergoeden. Deze “ruil” is voor een slachtoffer van cryptofraude relatief aantrekkelijk. Je krijgt dan immers een vordering op een groot bedrijf in plaats van een vordering op een crimineel; in het laatste geval kan het lastiger zijn om het bedrag te incasseren.
Lees de uitspraak hier.