Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum publicatie: 04-04-2019
Zaaknummer: 200.194.047/01
Inhoudsindicatie:
Dwangakkoord. De omstandigheid dat de schuldeiser op grond van de WWZ/BBZ/Beleidsregels tot terug- en invordering wordt verplicht en in die gevallen niet mag meewerken aan een vrijwillig buitengerechtelijk akkoord, neemt niet weg dat de rechter onder de in art. 287a Faillissementswet vermelde voorwaarden bevoegd is schuldeiser te bevelen in te stemmen met een schuldregeling. Belangenafweging. Hof beveelt schuldeisers in te stemmen met door schuldenaar aangeboden schuldregeling.
Vindplaatsen: Rechtspraak.nl (link naar het arrest)
Toelichting op de uitspraak
Het dwangakkoord is ooit ingevoerd om meer gewicht te geven aan het minnelijke traject, het wettelijk verplichte voortraject dat moet worden gevolgd voordat iemand wordt toegelaten tot de WSNP. De hoop was erop gericht dat schuldeisers vaker zouden instemmen met een goed gefundeerd voorstel in het minnelijke traject, zodat toepassing van het (duurdere) WSNP-traject minder vaak zou voorkomen.
Meer waarborgen
Schuldeisers voeren vaak als verweer tegen een aangevraagd dwangakkoord dat het wettelijke traject hen meer waarborgen biedt en dat in het minnelijke voorstel niet het maximaal haalbare wordt aangeboden. Daarnaast hebben veel schuldeisers, met name overheidsinstanties, beleidsregels ingevoerd waarin staat hoe zij moeten reageren op minnelijke voorstellen. Deze beleidsregels bepalen hoe de schuldeiser moet reageren als een minnelijk voorstel wordt gedaan. In deze zaak bij het gerechtshof Leeuwarden staat de redelijkheid van deze beleidsregels – die geen ruimte geven om af te wijken in het voordeel van de schuldenaar bij een dwangakkoord – ter discussie.
Beleidsregels staan niet in de weg aan dwangakkoord
Het gerechtshof maakt duidelijk dat deze beleidsregels niet terzake doen bij de toetsing door de civiele rechter. De rechter moet de beleidsregels als het ware negeren en een belangenafweging maken, die in dit geval in het voordeel van de schuldenaar uitvalt. Van deze uitspraak gaat een belangrijk signaal uit naar schuldhulpverleners die twijfelen of het aanvragen van een dwangakkoord kans maakt. Een bestuursorgaan dat zich verschuilt achter een rigide beleidsregel, waar niet van af mag worden geweken, kan op onredelijke grond medewerking aan de schuldregeling weigeren, en door de rechter via het dwangakkoord gedwongen worden om alsnog in te stemmen.