Instantie: Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak: 07-10-2014
Datum publicatie: 04-11-2014
Zaaknummer: 200.154.068/01
Rechtsgebieden: Insolventierecht
Bijzondere kenmerken: Hoger beroep
Inhoudsindicatie:
Vernietiging tussentijdse beëindiging op grond van artikel 350f. Belastingschuld kinderopvangtoeslag 2009 bestond al ten tijde van de toelating maar was niet vermeld in het verzoek. Wel de schuld inzake kinderopvangtoeslag 2008. Onbekend of de schuld 2009 ook bij de toelating aan de orde is gekomen. Bovendien niet met zekerheid te zeggen of de toelatingsrechter het verzoek zou hebben afgewezen, gezien de bekendheid met het andere gedeelte van de totale schuld aan onterecht ontvangen kinderopvangtoeslag en gezien de gewijzigde omstandigheden van schuldenaren.Bovendien hebben schuldenaren deze schuld direct na toelating aan de bewindvoerder gemeld, heeft de bewindvoerder deze schuld gemeld in zijn verslagen en heeft de rechtbank vervolgens drie jaar geen aanleiding gezien een en ander ter sprake te brengen.
Vindplaats: Rechtspraak.nl
Commentaar op de uitspraak
“De toetsing bij de toelating tot de schuldsanering (WSNP) is streng. Alle schulden die er zijn moeten worden opgegeven, omdat elke schuld aan toelating in de weg kan staan.
Dat geldt zeker voor terugvorderingen van (teveel ontvangen) belasting of toeslagen. In deze zaak komt de rechtbank er aan het einde van de schuldsanering achter dat er een hoge belastingschuld is die bij de toelating niet op de lijst stond. De rechtbank reageert streng en weigert de schone lei.
Dat betekent dat alle inspanningen van drie jaar schuldsanering voor niets zijn geweest. Wij hebben voor deze cliënten het hoger beroep behandeld. Het gerechtshof vindt de sanctie veel te zwaar, en daarom wordt de uitspraak van de rechtbank teruggedraaid. Hoewel de exacte hoogte van de schuld niet bekend was wordt dit door de vingers gezien; onze cliënten krijgen alsnog de schone lei en zijn dus van hun schuldenlast bevrijd. “