Internationale zaken brengen specifieke uitdagingen met zich mee, met name op het gebied van het toepasselijke recht. Een recente uitspraak laat zien hoe het rechtssysteem met deze uitdagingen omgaat. Wanneer slachtoffers van beleggingsfraude in het buitenland wonen, terwijl de ontvanger van de gelden in Nederland gevestigd is, rijst de vraag welk recht van toepassing is. Het recht van het land waar de slachtoffers wonen (in dit geval het Verenigd Koninkrijk) is dan de hoofdregel volgens het internationale privaatrecht, omdat de schade in het Verenigd Koninkrijk wordt geleden. Echter, dit brengt aanzienlijke complicaties met zich mee, zoals de noodzaak tot het leveren van informatie over buitenlands recht door middel van een kostenverhogende “legal opinion”.
Een pragmatische benadering
In een recente zaak voor de Rechtbank Midden-Nederland werd een interessante oplossing gevonden voor dit probleem. De rechter oordeelde dat, ondanks het feit dat de slachtoffers in het Verenigd Koninkrijk woonachtig waren, waar hun vermogen zich bevindt en waar dus (in beginsel) de schade werd geleden, toch Nederlands recht van toepassing was. Deze beslissing werd gebaseerd op de Rome II-Verordening en het Burgerlijk Wetboek, waarmee de rechter de mogelijkheid creëerde om de zaak op een efficiënte en praktische manier te behandelen. Volgens de redenering van de rechter moet niet worden gekeken naar de plaats van het vermogen maar naar de plaats van de bankrekening die voor het wegsluizen c.q. witwassen is gebruikt. Het betrof een bankrekening bij ABNAMRO, en deze bank is in Amsterdam gevestigd. Zo gezien ligt de plaats waar de schade is geleden in Nederland.
De voordelen van deze benadering
Door Nederlands recht toe te passen, werden de volgende voordelen behaald:
-
Het was niet nodig om diepgaand onderzoek te doen naar Brits recht, wat de procedure aanzienlijk vereenvoudigde.
-
Er hoefde geen kostbare legal opinion over Brits recht te worden ingewonnen.
-
De zaak kon sneller worden behandeld, wat cruciaal is in fraudezaken waar snel handelen geboden is.
Deze uitspraak laat zien dat er ook in complexe internationale zaken mogelijkheden zijn om de zaak voor de Nederlandse rechter te brengen en op basis van Nederlands recht te laten beoordelen. Dit kan de procedure aanzienlijk versnellen en de kosten drukken.
Lees hier de uitspraak