Als een failliet hulp van een derde krijgt, komt er geld van buiten beschikbaar om het faillissement op te heffen.
Wat is een faillissementsakkoord?
Een akkoord is één van de manieren waarop een faillissement kan eindigen. De basis wordt gelegd door een derde die bereid is een geldbedrag ter beschikking te stellen aan de schuldeisers. Het geld blijft aan de zijlijn staan tot een regeling is bereikt met de schuldeisers. Als een accoord tot stand komt, dan vindt de uitbetaling plaats en eindigt het faillissement; het deel van de schuld dat niet kan worden betaald, vervalt (finale kwijting). Dat is een belangrijk verschil met andere manieren waarop een faillissement kan eindigen.
Voordeel voor de schuldeisers
Het grote voordeel voor de schuldeisers bij een akkoord is dat extra geld van buiten wordt ingezet, dat anders niet beschikbaar zou zijn om de failliet te helpen van zijn schulden af te komen. De schuldeisers zullen voor zichzelf de vraag moeten stellen of de failliet , als het accoord afketst, op eigen kracht in staat is een deel te betalen en zo ja, hoe lang dat duurt.
Begeleiding bij akkoord
Ons kantoor heeft diverse akkoorden begeleid en tot stand gebracht. We werken dan in het belang van de failliet in opdracht van degene die hem wil helpen. Samenwerking met de curator en transparantie tegenover de schuldeisers is cruciaal. Als de curator een positief advies geeft, dan trekt dat meestal wel twijfelende schuldeisers over de streep.
Belastingdienst en akkoord
De fiscus heeft bij de afwikkeling van een faillissement een sterke positie. Zij drukt andere schuldeisers vaak weg, omdat haar vordering preferent is. Bij een aangeboden akkoord stelt de belasting zich vaak welwillend op: de fiscus is meestal bereid genoegen te nemen met een dubbele betaling, bijvoorbeeld 20 % van haar vordering, als de schuldeisers zonder voorrang (de concurrente schuldeisers) genoegen nemen met 10 %. De fiscus vergroot hiermee de mogelijkheden. Als de belastingdienst meedoet met een akkoord, trekt dat vaak ook de gewone schuldeisers over de streep.
Dwangakkoord
Het lukt niet altijd alle schuldeisers op één lijn te krijgen. Maar een minderheid van dwarsliggende schuldeisers kan wel via de rechter gedwongen worden. Dat wordt een “dwangakkoord” genoemd. De failliet heeft de steun van de helft van de schuldeisers nodig die ook de helft van de nominale schulden moeten vertegenwoordigen. Meestal zijn er een paar grote schuldeisers; als deze aan boord zijn, dan kan het akkoord vaak worden doorgedrukt. De preferente schuldeisers (o.a. de belastingdienst) en de separatisten (hypotheekbank) tellen hierbij niet mee. Als het akkoord wordt aangenomen, kan de rechter het akkoord homologeren (bekrachtigen). Dat zal de rechter meestal doen als de meerderheid voor heeft gestemd, maar de rechter toetst de inhoud van het akkoord wel. De rechter kan de homologatie bijvoorbeeld weigeren als hij verwacht dat de opbrengst van de boedel hoger is dan de opbrengst van het akkoord. Het gevolg van homologatie is dat ook schuldeisers die tegen het akkoord zijn, aan het akkoord worden gebonden.
Buitengerechtelijk akkoord ter voorkoming faillissement
Het instrument “akkoord” wordt niet alleen gebruikt om een failliet verklaarde partij uit het faillissement te halen, een akkoord kan ook worden gebruikt om een faillissement te voorkomen en een bedrijf te redden. Dat kan zijn tijdens een surseance van betaling; er is dan weliswaar nog geen faillissement, maar al wel een bewindvoerder bij de onderneming betrokken. Een akkoord kan ook buiten faillissement en surseance van betaling worden aangeboden. Overigens kan surseance van betaling een hulpmiddel zijn om het akkoord tot stand te brengen. Lees hier meer over de surseance. Een belangrijk kenmerk van een akkoord buiten faillissement of surseance is dat geen bekrachtiging van de rechter (homologatie) nodig is: het is een meerpartijen-overeenkomst tussen het bedrijf in nood en de schuldeisers. Dit heeft als nadeel dat een minderheid niet gedwongen kan worden via het dwangakkoord, het voordeel is dat er nog geen curator is benoemd zodat de ondernemer meer speelruimte heeft.
Dit artikel is onderdeel van de serie Hoe werkt faillissement?