Als een faillissement is uitgesproken, dan zal de curator opmerkelijke rechtshandelingen die in de aanloop naar het faillissement zijn verricht, onderzoeken.

Gelijkheid van schuldeisers

Eén van de uitgangspunten van het faillissementsrecht is, dat schuldeisers gelijk worden behandeld. Dit wordt doorgaans aangeduid met de Latijnse term “paritas creditorum”: gelijkheid van schuldeisers. De enige uitzondering hierop is dat de wet aan schuldeisers een verschillende rangorde toekent bij het uitkeren van de opbrengsten van het faillissement. De curator zal opmerkelijke transacties voorafgaande aan de faillietverklaring onderzoeken. Als aan de wettelijke voorwaarden is voldaan dan kan de curator deze transacties terugdraaien.

Actio Pauliana     

De bevoegdheid van de curator om dubieuze transacties terug te draaien om zo de gelijkheid van schuldeisers te herstellen wordt met de Latijnse term “Actio Pauliana” aangeduid. Transacties die kunnen worden teruggedraaid worden ook wel “paulianeuze handelingen” genoemd. Bij deze paulianeuze handelingen is de schuldenaar betrokken die later failliet wordt verklaard, maar er is natuurlijk ook een wederpartij, die wordt voorgetrokken boven andere schuldeisers.

De wettelijke eisen

De wet bepaalt dat de dubieuze transactie ongedaan kan worden gemaakt als:

  • er geen verplichting bestond de transactie te verrichten
  • één of meer schuldeisers zijn benadeeld
  • beide partijen bij de transactie wisten of behoorden te weten dat andere schuldeisers zouden worden benadeeld.

Mag je dan niet zelf bepalen wie je betaalt?

Ja, dat mag – meestal. Zowel een ondernemer als een privé-persoon mag zelf de volgorde bepalen waarin vorderingen worden betaald. Als de curator met succes een pauliana wil terugdraaien moet er meer aan de hand zijn. Zo moet het eigenlijk al duidelijk zijn dat het faillissement er aan zit te komen. Dat moet ook duidelijk zijn voor zowel degene die failliet verklaard als voor zijn wederpartij die vlak voor een faillissement nog een betaling heeft ontvangen.

Wettelijke vermoedens

De bewijslast van de pauliana ligt bij de curator en soms kan de curator heel moeilijk bewijzen dat de transactie paulianeus is. In dat geval hoeft de ontvanger niet terug te betalen. Maar er zijn ook specifieke gevallen waarin de wet uitgaat van een “vermoeden” dat een transactie paulianeus is. Dat geldt bijvoorbeeld als de transactie wordt verricht tussen een later failliet verklaard bedrijf en de directeur/aandeelhouder. Een situatie waar banken mee te maken kunnen krijgen is de situatie dat zekerheid wordt gesteld voor een niet opeisbare gesteld (er wordt bijvoorbeeld een hypotheek gegeven voor een banklening). Nog een ander geval is de situatie waarin er een opmerkelijk waardeverschil is tussen de geleverde prestaties.

Voorbeelden van paulianeus handelen

  • een schuld van € 30.000 wordt betaald door levering van een auto die ongeveer € 30.000 waard is, terwijl de schuld in geld moest worden betaald.
  • er wordt een nog niet opeisbare schuld voldaan
  • de schuldeiser ontvangt meer dan de waarde van zijn eigen prestatie
  • er wordt een opeisbare schuld voldaan terwijl de schuldeiser weet dat het faillissement is aangevraagd.

Procedures en derden

Als de curator in actie komt omdat hij een dubieuze transactie wil terugdraaien, dan leidt dat vaak tot procedures tegen derden, met de bedoeling dat deze derden het ontvangen bedrag afdragen aan de boedel. Op die manier wordt de gelijkheid van schuldeisers weer hersteld. Deze derden zijn vaak ook schuldeiser van de failliet. Procedures over een pauliana kunnen erg complex zijn. Je zou kunnen zeggen dat bepaalde typen schuldeisers vaker te maken krijgen met een pauliana dan anderen. Dat zijn geldverstrekkers zoals banken, die extra zekerheden willen als het al slecht gaat. Ook personen uit de kennissenkring van de failliet kunnen te maken krijgen met de pauliana. Tegenover deze personen kan een bijna failliet persoon of bedrijf zich nu eenmaal anders opstellen dan tegenover een anonieme leverancier waar je nooit contact mee hebt. Maar de bevoordeling is wel in strijd met het beginsel van gelijkheid van schuldeisers.

Faillissementsverhoor

Als de curator een pauliana vermoedt dan zal hij altijd van de failliet willen weten hoe het zit. Als deze geen inlichtingen geeft dan kan de curator hem oproepen voor een faillissementsverhoor via de rechter om meer te weten te komen.

 

Dit artikel is onderdeel van de serie Hoe werkt faillissement?